Stille Week (3) | Zwakheid
Woensdag 8 april 2020 Johannes 18:15-18, 25-27
Ben jij soms ook een leerling van die man? Nee, ik niet, zei Petrus (vs. 17,25,17)
Sterke mensen kunnen heel zwak worden. Zelfs Petrus. En wij ook.
Wat doet Jezus dan? Hij vindt het erg. Maar het verrast Hem niet.
En wat doet Hij dan?
Die zwakte, die schuld van Petrus en van ons, neemt Hij op zich.
Dat blijft ons verbazen. En het maakt ons klein, en dankbaar.
De zwakte van Petrus. Wat maakte hem zwak? Angst. Voor de mensen die hem kunnen aangeven.
Of is het andere zwakte? Petrus was tot nu nooit bang geweest. Hij had zijn zwaard getrokken om Jezus’ arrestatie te verhinderen (vss.10 en 11). En nu gaat hij naar de binnenplaats van de hogepriester en zijn mensen, het hol van de leeuw. Zou zijn leugen dat Hij Jezus niet kende, ook iets van moed kunnen zijn? Hij wilde dicht bij Jezus zijn, wilde zien wat ze met Hem deden, wilde zien wat hij misschien nog voor Hem kon doen, vechten. Was hij een verzetsstrijder die tegen de vijand wel durfde te liegen, keihard liegen.
Dan was het geen angst, maar moed. Maar evenzeer verloochening van Jezus. Want Jezus wilde niet dat Petrus of een ander voor Hem zou vechten.
De haan kraait. Jezus ziet Petrus aan: Petrus ik heb je toch gezegd dat je niet voor Mij vechten mag. Ik moet het doen, Ik alleen. Jouw angst helpt me niet, maar jouw moedig verzet ook niet.
Jezus – Hij alleen voert de strijd, de vreselijke strijd, Hij alleen volbrengt die.
De kerk van alle tijden heeft slechts één vaste grond: ’t is Christus met zijn lijden, zijn lijden.
Deze meditatie is geschreven door Jouk Kruidhof en onderdeel van een reeks meditaties in de Stille Week